Wie als erfgenaam een via erfenis verkregen woning verkoopt, aan een verkoopprijs die hoger ligt dan de destijds in de successieaangifte aangegeven waarde, moet soms aanvullende erfbelasting én een boete betalen.
04-04-2022
De fiscus moet daarbij optreden binnen de verjaringstermijn. In Vlaanderen bedraagt de verjaringstermijn 5 jaar. Maar bij wijze van tolerantie heeft de Vlaamse Belastingdienst aangegeven dat zij niet zal optreden wanneer de verkoop later plaats vindt dan binnen de twee jaar na het indienen van de successieaangifte, behalve bij manifeste onregelmatigheden. Op het vlak van de successierechten zit de verkoper dus redelijk safe als de geërde woning wordt verkocht minstens twee jaar na de successieaangifte. Een eventueel gerealiseerde meerwaarde t.o.v. de waarde opgenomen in de successieaangifte zal dan niet tot bijkomende successiebelasting leiden tenzij in geval van manifeste onregelmatigheden.
Indien de erfgenamen beroep hebben gedaan op een schatting door een schatter die het kwaliteitscharter van de Vlaamse Belastingdienst heeft onderschreven, dan is de raming van die schatter bindend voor de fiscus en kan zij er achteraf niet op terugkomen, zelfs wanneer er alsnog een aanzienlijke meerwaarde zou worden gerealiseerd bij de verkoop. Dat heeft VLABEL uitdrukkelijk aangegeven (standpunt nr. 15073 dd. 26 mei 2015). Als u van plan bent om een geërfde woning binnen de 2 jaar te verkopen, dan is het daarom verstandig om de woning te laten schatten door een schatter die het kwaliteitscharter van de Vlaamse Belastingdienst heeft onderschreven, en om de aldus geschatte waarde aan te geven in de successieaangifte. Het schattingsverslag moet worden toegevoegd aan de successieaangifte op het moment van indienen.
De lijst van de erkende schatters kunt u raadplegen via de volgende link: Lijst erkende schatters
Verder is het zo dat beperkte meerwaarden niet resulteren in bijkomende heffingen en boetes. Voor Vlaanderen geldt dat er geen bijkomende heffingen of boetes zullen opgelegd worden, als de verkoopprijs niet meer dan 10% hoger is dan de waarde aangegeven in de successieaangifte.
In alle andere gevallen kan de fiscus aanvullende successierechten opeisen plus een boete voor tekortschatting. In Vlaanderen wordt die boete berekend als een percentage van de verschuldigde aanvullende rechten, en wel als volgt:
- tekortschatting tussen 10% en 25% ⇒ boete van 5% op de aanvullende rechten
- tekortschatting tussen 25% en 50% ⇒ boete van 10% op de aanvullende rechten
- tekortschatting tussen 50% en 100% ⇒ boete van 15% op de aanvullende rechten
- tekortschatting meer dan 100% ⇒ boete van 20% op de aanvullende rechten
- De boetes kunnen vervallen indien de belastingplichtige spontaan zelf een aanvullende aangifte doet van het verschil tussen de nalatenschap en de verkregen verkoopprijs binnen de twee jaar na de oorspronkelijke aangifte. De aanvullende rechten blijven uiteraard wel verschuldigd.